My mother was a fantastically creative but tragic figure. She pined away in a care center and eventually the hospital, after battling depression and other physical ailments (Parkinsons) quite likely caused by the copious amounts of medicine that she consumed to battle the demons inside. She died at 55 looking 90, alone in a lonely hospital room, unable to move.
Her story is an important one. Full of wit, intelligence, history, culture, she was. And yet life bludgeoned her multiple times. I have suitcases full of letters, a literary draft, pictures, articles of her life. It is my intention to use her words and her story to write an opera. The first steps are to go through all of her material and find a cohesive line to explain how her experiences made her unravel. Part of the tragedy: she wrote this in 1984 and ended up exactly as she describes when she died in 1998. ----Heb drie dagen in een verzorgingstehuis voor zeer ouderen gewerkt, omdat ik dacht: zorgen dat heb ik mijn hele leven al gedaan, waarom er dus niet eens voor betaald worden! Het was erger dan het ergste dat ik ooit heb meegemaakt. De voorstelling van het werktheater was er een komediestukje bij. Meneer, ik wil niet meewerken aan mensen in leven houden. Zelfs niet door ze iedere dag vol met eten te proppen: Open your mouth Bee! Open up! Good! Now that’s a good girl! … tegen een vroegere onderwijzeres. Levende lijken die wakker gemaakt worden, gedoucht en aangekleed, eten erin gedouwd, voor de tv gezet, naar de kerk gebracht, jawel. Een kleine scheur langs een hand maakt een wond, beenderen zo bros dat een klein duwtje het laat breken, en hun ogen die smeken dat God hun zielen terugneemt. Gelovig en wel, jawel! Maar geen pilletje. Het leven is toch zeker heilig! Waarom zegt niemand verdomme eens, dat het helemaal niet heilig is? Waarom laat niemand het woord vallen dat er maar eens doodgegaan moet worden? Enfin, na drie dagen stonk ik zo naar de dood, was ik zo intens woest op onze immense dommigheid, dat ik per telefoon liet weten van deze carrière af te zien. Toch is het gek. Ik was er verrekte goed in, en voor zover ze er iets van in de gaten hadden, aanbaden mijn oudjes de grond onder mijn voeten. En ik hield ook van ze, al was het alleen al omdat die vermoeide ogen zoveel gezien hadden, zoveel. “Sister, will you call my daughter for me? She will get me out.” Met een zekerheid van dat kunnen ze me toch niet aandoen. En dat de hele dag lang, zeven dagen in de week. Ik keek haar in de ogen en zei: je komt er niet uit. Nooit. En toen huilden we samen. ---
0 Comments
Leave a Reply. |
Hebe de Champeauxconductor, mezzo-soprano, violinist, composer Archives
August 2024
Categories |